zondag 5 oktober 2014

Eerste bericht vanuit Gent

Waar moet je beginnen, als je een bericht wilt schrijven over iets waar je al jaren van droomt en waar je al maanden naar uitkijkt?
Bij het verkeer, dat vrijdag meteen al tegen zat, wat onze pret niet kon drukken? Of moet je een chronologisch verslag geven van alle gebeurtenissen, van het vinden van de sleutel in het kluisje, via het parkeerabonnement , de eerste keer boodschappen doen, tot het moment dat wij weer naar Arnhem vertrekken vandaag? Het zou allemaal kunnen, maar het is niet waar het om gaat, dit eerste weekend in de Koningstraat.

Waar het om gaat, is de constante staat van geluk waarin ik verkeer sinds we hier binnen zijn gestapt. Het blije gevoel in mijn buik dat er zit sinds vrijdagavond. De brok in mijn keel van blijdschap, dat we onze droom aan het leven zijn. Dit appartement is van ons! We gaan vandaag weg, maar komen er volgende week weer! En de weer daarop weer!! We gaan hier naar de supermarkt, omdat we hier leven. Niet omdat we op bezoek zijn. We zitten op een terras en zeggen: "Zullen we naar huis gaan?", in plaats van dat we opstappen richting Novotel. We doen de deur van ons huis open en zien onze eigen spullen. Casper gaat knutselen, Antoine zet de radio aan..... WE LEVEN HIER IN GENT!

Oké, één mooie anekdote dan. Gisterochtend kwam ik met Casper terug van het boodschappen doen op het Zuid. Onze boodschappentrolley zat vol met dagelijkse boodschappen (overigens; het nut van het ding heeft zich al bewezen, hoor. En ervoor schamen hoeft hier ook niet; Jan en allemaal loopt er mee op straat). Vlakbij huis loopt een meneer van middelbare leeftijd te wandelen met een hondje. In mijn ogen "een local". Maar hij kwam naar ons toe en zei (met Vlaamse tongval, dus deze man was in elk geval Vlaamser dan ik): "Mevrouw, bent u van Gent? Weet u de Sint-Michielshelling?" En toen kwam een moment van pure euforie, want ik antwoordde deze meneer: "Nee, ik ben niet van Gent, MAAR IK WOON HIER WEL (....)" en legde hem vervolgens uit hoe hij moest lopen. In één woord geweldig, dat ik dat kon zeggen.

Zoals gezegd, vandaag moeten we weer naar Arnhem. Ik noem het niet "naar huis", want ons huis staat hier ook. Dat is natuurlijk best jammer, maar hé, vrijdag komen we alweer terug. En dat is misschien nog wel een mooier moment dan afgelopen vrijdag, want al onze spullen blijven hier. Dus als we de deur opendoen, komen we gewoon THUIS.

Ik ben een zeer gelukkig mens.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten